EN
Zoek icoon

4.4 Standaard 4, ontwikkelingsgerichtheid

De instelling is gericht op ontwikkeling en werkt systematisch aan de verbetering van haar onderwijs.

Het aantal voorbeelden waaruit blijkt dat Fontys werkt aan verbetering en ontwikkeling van onderwijs, onderzoek en organisatie, is groot. Heel groot. Niet voor niets is een van onze negen ontwikkeldoelen dat we een lerende organisatie vormen. Continu zoeken we naar de beste manier om met een relevant opleidingsportfolio en met kwalitatief hoogwaardig onderzoek en onderwijs van betekenis te zijn voor de maatschappij. Ons eigen primaire proces is object van reflectie, onderzoek en innovatie. Wij doen systematisch en methodisch onderzoek naar onderwijs- en onderzoeksmethodologie. Wij willen daarmee een leidende rol vervullen op beide primaire processen: onderwijsinnovatie en innovatie van praktijkgericht onderzoek.

Ook op organisatorisch vlak zijn we continu gericht op ontwikkeling en verbetering. Het belangrijkste voorbeeld hiervan is de beweging van een decentraal aangestuurde organisatie – met zeer verschillende, in grote zelfstandigheid opererende instituten – naar een meer ‘organisch ecosysteem’ van verbinding, onderlinge samenwerking, en het benutten van elkaars kracht.
Via de Fontysbrede kwaliteitsprogramma’s voor onder meer studiesucces, flexibilisering van het deeltijdonderwijs en ontwikkeling van het kwaliteitsportfolio, verbeteren we de toegankelijkheid en studeerbaarheid van het onderwijs.

Ontwikkelen doen wij systematisch, via de planning & control-cyclus en met behulp van kwaliteitsinstrumenten zoals de geplande momenten van evaluaties, audits (‘hard controls’) of bijvoorbeeld door de hantering van het FOOT instrument (Fontys organisatie ontwikkel tool) door de instituten (‘soft controls’). Maar wij ontwikkelen ook organisch, als reactie op ontwikkelingen in het werkveld en onze maatschappelijke context. Op basis van evaluatie-uitkomsten, feedback en reflecties nemen we doelgerichte maatregelen om het onderwijs, onderzoek of de organisatie te verbeteren of te vernieuwen. Het opvolgen van verbetermaatregelen is bijvoorbeeld via de planning & control-cyclus diep verankerd in de organisatiestructuur. Zo worden uitkomsten van interne en externe audits altijd besproken en via de management- en bestuursrapportages gevolgd. Daarnaast besteden we aandacht aan de negen ontwikkeldoelstellingen uit Fontys Focus 2020 en worden alle betrokkenen gestimuleerd om bij te dragen aan innovatie en kwaliteitsverbetering. Hiervan zijn vele voorbeelden beschikbaar, variërend van het bespreken van resultaten tijdens het Fontysberaad tot het samenwerken tijdens kennisdelingsbijeenkomsten en in specifieke communities. In- en externe stakeholders worden gericht geïnformeerd over de ontwikkelingen die in gang worden gezet op grond van de evaluatieresultaten. Fontys werkt hiermee aan continue verbetering. We streven ernaar ons doorlopend aan te sluiten op de (veranderende) omstandigheden en verwachtingen van onze stakeholders.

Ontwikkelingsgerichte verbeteringen

Belangrijke voorbeelden van ontwikkelingsgerichte verbeteringen die bij Fontys in gang zijn gezet en die hierna worden toegelicht, zijn:

  1. Inhoudelijke aanpassingen of innovaties van het onderwijs, gelieerd aan Fontys Focus 2020 en de uitganspunten voor leren die Fontys hanteert (programma Flexibilisering).

  2. Gewenste of noodzakelijke aanpassingen om de samenwerking in het belang van de student te verbeteren (herordening van het domein economie).

  3. Stimulerende maatregelen om bij te dragen aan de kwaliteitscultuur (programma kwaliteitsportfolio).

  4. Organisatorische verbetermaatregelen om de bestuurlijke effectiviteit te vergroten (verbeterplan organisatie & sturing).

AD 1) Programma Flexibilisering

Fontys neemt deel aan het landelijk experiment Leeruitkomsten dat gericht is op het flexibiliseren van het deeltijdonderwijs. Er is een grote behoefte aan hoger opgeleide professionals. De belangstelling voor deeltijdopleidingen nam al enige tijd af; daarom koos Fontys ervoor om deel te nemen aan het door de minister ingestelde experiment. Dit experiment biedt de mogelijkheid (daar is de WHW tijdelijk op aangepast) om te werken met zogenaamde Leeruitkomsten en Leerwegonafhankelijke toetsing. Niet meer het aanbod van het onderwijs door de opleidingen is bepalend, maar de specifieke vraag van de student op basis van wat hij al aan ‘bagage’ meeneemt. Er is bij dit experiment sprake van meer mogelijkheid om te differentiëren naar studentvragen. Voor dit experiment heeft Fontys het programma Flexibilisering ingericht, aangestuurd door een tijdelijke programmadirecteur en ondersteund door een stuurgroep en werkgroepen, met een eigen planning & controlcyclus. Opleidingen en instituten werken hierin nauw samen op allerlei gebieden die met flexibilisering te maken hebben. Ook binnen dit programma zoeken we naar gemeenschappelijke kaders en uitgangspunten terwijl de ondersteunende processen en structuren binnen Fontys hier nog niet goed op zijn ingesteld. Nadat het programma een jaar had gedraaid en de resultaten naar verhouding achterbleven, werd in 2017 besloten bij te sturen door de governance en het commitment van deelnemende instituten rond het programma aan te scherpen. Inmiddels heeft het ‘vinger aan de pols-gesprek’ met de NVAO plaatsgevonden waarbij de inspanningen van Fontys positief gewaardeerd zijn.

AD 2) Herordening domein economie

Er waren meerdere redenen om het domein economie te verbeteren. We zien een hoge uitval van studenten in het eerste jaar. Studenten kunnen bij een ‘verkeerde’ keuze niet op een transparante wijze eenvoudig wijzigen van opleiding. De tevredenheid van studenten in dit domein is middelmatig. En ook vanuit landelijk perspectief moest het domein gerevitaliseerd te worden. Door meer inzicht te creëren in het totaalaanbod van economische opleidingen, kunnen studenten een betere studiekeuze maken én zo nodig soepel switchen, zonder tijdverlies. Meer samenwerking tussen de instituten moet leiden tot een heldere organisatorische en onderwijskundige positionering van de opleidingen, op het niveau van de (gedeelde) croho’s, van de campus en van het opleidingsportfolio. Om dit te bewerkstellingen is besloten om:

  • Per opleiding (croho) één verantwoordelijke directeur aan te stellen die moet zorgen voor inhoudelijke en kaderstellende afspraken over het curriculum en waar nodig het verminderen van het aantal differentiaties.

  • Op de campus intensiever samen te werken. Dit gebeurt door per stad een ‘campusteam’ te vormen dat werkt aan gezamenlijke profilering, uitstraling en samenhang in leslocaties. In Eindhoven wordt daartoe een belangrijke stap gezet door de vier economische instituten in Eindhoven, uiterlijk 1 januari 2020, samen te voegen tot één instituut. Besluitvorming daarover ligt in november 2018 voor bij de CMR en Raad van Toezicht.

  • Een werkgroep rondom studiesucces in te stellen die als opdracht krijgt om het keuzeproces te verhelderen, switchen zonder tijdverlies binnen het eerste semester van de propedeuse mogelijk te maken en overige belemmeringen voor studenten weg te nemen.

  • De samenhang binnen én de profilering van het economische opleidingsportfolio te verbeteren.

Op basis van een analyse op herkenbaarheid van opleidingen voor student, relevantie voor werkveld, inhoudelijke kwaliteit, en landelijke richtlijnen is dit voorstel tot de herordening van het domein economie tot stand gekomen. Een extra leereffect werd gevonden in de doorontwikkeling van het instrument dat voor de analyse gehanteerd werd, zodat dit nu ook voor andere domeinen dienst kan doen, zoals in het domein educatie nu actueel is (opleidingsportfolio analyse-instrument).

AD 3) Programma kwaliteitsportfolio

Sinds 2016 werkt Fontys aan de inrichting van een eigen kwaliteitssysteem waarmee actuele en transparante verantwoording kan plaatsvinden. Bij de inrichting van dit programma sluiten we nauw aan bij behoeftes van en ontwikkelingen binnen instituten. Het is daarmee een systeem dat ‘van onderop’ wordt ontwikkeld en gevuld en meerdere programmalijnen omvat. Het programma is onder meer gericht op het ontwikkelen en inrichten van werkwijzen voor borging en ontwikkeling van kwaliteit en op het beschrijven en operationaliseren van kwaliteitsstandaarden. Ook is er veel aandacht voor de manier waarop evaluatiegegevens gepresenteerd worden, binnen en buiten de organisatie. De generieke principes die ten grondslag liggen aan het programma zijn onderdeel van het kwaliteitsbeleid van Fontys geworden. Het is de bedoeling dat alle instituten in 2022 aangesloten zijn bij het programma. Er moet echter nog veel geïnvesteerd worden in zowel het draagvlak voor deelname aan het programma als in de manier waarop het portfolio op digitale wijze ondersteund en gefaciliteerd wordt.

0:00
0:00

AD 4) Verbeterplan organisatie & sturing

De midterm-review van het strategisch instellingsplan Fontys Focus 2020 liet zien dat aanscherping van de organisatie en de sturing nodig is. Gebleken is dat zowel externe factoren, ontwikkelingen in onze omgeving, als interne factoren, de manier waarop wij onze ambities willen realiseren, om een sterkere horizontale sturing vragen op strategische thema’s. Daarvoor is een intensievere onderlinge samenwerking voorwaardelijk. Om die reden is een beweging ingezet om andere coördinatiemechanismen te organiseren, die bijdragen aan een algehele performanceverbetering (op met name marktaandeel, kwaliteitsbeleving door studenten, switch- en uitvalrendement en de ontwikkeling van ons onderzoekzwaartepunt). Diverse analyses door het College van Bestuur en Fontysberaad resulteerden uiteindelijk in het voorjaar van 2018 in een verbeterplan dat drie maatregelen beschrijft die vanaf in het studiejaar 2018-2019 genomen zijn om de bestuurlijke effectiviteit te bevorderen. De verbetermaatregelen hebben betrekking op zowel ‘hard controls’ als ‘soft controls’. Met name de rol van commissies verandert: zij krijgen de opdracht beleid te ontwikkelen en te monitoren en fungeren niet alleen meer als afstemmingsoverleg tussen diensten en instituten. Binnen de domeinen stimuleren we instituten om te werken aan doelstellingen, die alleen door een betere samenwerking gerealiseerd kunnen worden. De maatregelen uit het verbeterplan worden in de loop van 2018 en 2019 uitgevoerd en geïmplementeerd.