EN
Zoek icoon

6. Centrale Medezeggenschapsraad

Advies Centrale medezeggenschapsraad
Vastgesteld door de CMR op 6 december 2018

Het motto ‘#wijzijnfontys’ kan inderdaad uitgesproken worden met de nadruk op ‘wij’. Fontys hecht van oudsher waarde aan gelijkwaardigheid bij de verschillende gremia. De CMR is hiervan een goed voorbeeld, dit is ook terug te zien bij de opleidingscommissies en sinds kort ook bij het College van beroep voor de examens. De gekozen voorbeelden zijn representatief voor zowel de verscheidenheid aan opleidingen binnen Fontys als de verschillende stakeholders binnen en buiten Fontys.

Thema’s
De CMR herkent het beeld van de zelfevaluatie en wil als ‘critical friend’ enkele aspecten extra aandacht geven. Fontys werkt graag met thema’s die veelal ook een langetermijnkarakter hebben, zoals het thema Onderzoek dat bij de verschillende instituten stevig verankerd is. Bij het thema Internationalisering is er binnen de instituten en domeinen een groot verschil in prioriteit. Ambitie en visie bij dit thema zijn breed geformuleerd, gericht op de Nederlandse student, en verdienen het om meer het karakter van beleid krijgen. Daarnaast is er steeds ruimte voor nieuwe thema’s, zoals de TEC-skills. Het oppakken van en inzetten op TEC-skills blijft domein afhankelijk, dit past bij de decentrale sturingsfilosofie van Fontys. Daardoor is ook aandacht nodig voor het creëren van draagvlak bij instituten en zoeken naar mogelijkheden bij instituten waarvoor TEC for Society minder vanzelfsprekend is.

Communicatie en informatieoverdracht
De communicatie en informatieoverdracht van centraal naar decentraal kan beter. De leidinggevende mag hierbij een prominente rol nemen. Vanwege het uitgangspunt interdisciplinaire samenwerking zou het van elkaar leren geactiveerd en gestimuleerd moeten worden. Lectoren kunnen hierin een voortrekkersrol nemen en ondersteunen bij het zoeken naar samenwerking. TEC for Society kan een vliegwiel zijn; het gaat versnippering binnen de instituten tegen en geeft hierdoor ook focus aan onderzoek.

Uitgangspunten voor leren
De beschreven onderwijsfilosofie is herkenbaar. De driehoek student-werkveld-medewerker staat hierin centraal. De samenwerking en interactie tussen studenten, werkveld en medewerkers als professionele leergemeenschap zorgt er voor dat studenten een beter beeld krijgen van het werkveld. Door in te zetten op persoonlijk leiderschap ontstaat er een betere binding met de opleiding en wordt de eigen ontwikkeling gestimuleerd. Dit past bij de gedachte van werken aan innovaties voor het werkveld en talentontwikkeling bij studenten. Dit alles in lijn met de grondgedachte van het hoger beroepsonderwijs; opleiden voor de praktijk. Het betrekken van het werkveld krijgt steeds vastere vorm bij de inrichting van het onderwijs bij de verschillende instituten. Werken aan een duurzame karakter van de samenwerking moet verder worden gestimuleerd. Ondanks de diversiteit bij de instroom van de opleiding draait het er uiteindelijk om dat studenten zich ontwikkelen tot creatieve en ondernemende professionals die bijdragen aan innovaties in hun werkveld.

Student als partner
De student wordt gezien als volwaardig partner bij het opzetten van onderwijsprocessen en de mogelijkheid voor participatie wordt geboden op meerdere niveaus. Het geven van een belangrijke stem aan de student blijkt ook uit de pariteitsgedachte. Helaas wordt dit niet altijd door de student volledig benut. Heldere kaders voor studenten kunnen helpen, zodat ze beter weten waarbinnen en hoe ze kunnen participeren. Daarnaast is een actieve en heldere terugkoppeling van hun bijdrage essentieel. Een goed functionerend evaluatieproces vraagt om wederzijdse verantwoordelijkheid van student en opleiding. Binnen Fontys is ruim aandacht voor studenten met een beperking. Het monitoren van studiesucces heeft een hoge prioriteit. In dit kader is sinds kort een nieuw instrument gelanceerd, de startthermometer. Daarnaast is er steeds meer aandacht voor de mogelijkheid van het tijdig switchen van studie tussen de verschillende instituten.

Wet versterking bestuurskracht
De invoering van de Wet versterking bestuurskracht vraagt meer verantwoordelijkheid en betrokkenheid van bestuurders, medewerkers en studenten. Door te zorgen voor passende facilitering en een verbeterde informatievoorziening kan de benodigde betrokkenheid nog verder groeien. Aandachtspunt hierbij is de afstemming van perspectieven, belangen en tijdschalen van afzonderlijke stakeholders. De tijdelijke wetsaanpassing van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek geeft ruimte voor het programma flexibilisering. Dit past bij de vraag van, vaak oudere, potentiële studenten. De praktijk blijkt weerbarstig, met als gevolg dat de gewenste kwaliteitsverbetering niet altijd gehaald wordt.

Intensieve samenwerking
Al met al herkent de CMR het beeld bij de verschillende standaarden. Er is een duidelijke onderwijsvisie met oog voor de toekomst, zoals wordt getoetst bij standaard 1. De basis voor standaard 2 wordt gevormd door sterke betrokkenheid van en gegunde ruimte voor alle stakeholders: studenten, medewerkers en werkveld. Er is oog voor het verbeteren van processen waarbij signalen van alle betrokkenen serieus genomen worden, zoals verwacht wordt bij standaard 3. Uiteindelijk wordt dit alles, zoals ook hoort op basis van standaard 4, omgezet in actie gericht op verbetering.

Fontys streeft ernaar een grote wendbare vloot van verschillende schepen te zijn. Dit vraagt om intensieve samenwerking en die komt steeds beter tot zijn recht. Dit is dan ook de bindende factor voor de vier standaarden. En zo kom je uiteindelijk terecht bij ‘Kwaliteit die inspireert!’

De (niet volledige) CMR van Fontys op de foto